Wild ben ik me geschrokken. Sta ik op zolder de was uit te zoeken. Staat ineens de buurvrouw achter me!! Is ze op een ladder geklommen en door m’n zolderraam naar binnengekomen.
‘Het is echt handiger als je beneden gewoon de deur opendoet buuv’, zei ze doodleuk. ‘Nou ik loop vast naar beneden hoor. Heb je die nieuwe kappoesjieno koffiepets nou al gekocht ………’, en weg was ze naar beneden.
Ik er gelijk achteraan natuurlijk, want je weet maar nooit wat ze uitspookt als ik d’r alleen laat in m’n woonkamer. In m´n haast zie ik het skateboard van m´n zoon over het hoofd. Recht skate ik op ´t trapgat af en toen werd ineens alles zwart …………….
Wit……….. alles is wit …………. Wolkjes ……… smeerkaas ………….. Dit moet de hemel zijn ………………… O jee, ik zal toch niet dood zijn. Hoe moet het dan met de kinderen ……
Die lapzwans van een vader gaat heus niet voor ze zorgen en dat nieuwe vriendinnetje van ´m is zelf nog nauwelijks door de puberteit …….
Dit kan niet ik moet terug. Wacht ik hoor een stem ik word terug geroepen …………..
´JOEHOE!!!!!!!! BUURVROUW!!!!!!!! Wat lig je daar nou te niksen onder aan die trap. Buurvrouw??? Je bent toch niet dood hè. Dat kan niet hoor. Ik wil koffie! ……. Buurvrouw!!!!´
Als ik nou is heel stil blijf liggen ……………
De buurvrouw´s buurvrouw